adaptive structuration theory

 - adaptive structuration theory
 - adaptive structuration theory


Structuratiemodellen pogen inzicht te geven in de wisselwerking tussen technologie en organisaties. De basis voor de structuratiemodellen over de relatie tussen ICT en organisatie is te vinden in de structuratietheorie van Giddens (1979, 1984). Deze sociologische theorie probeert op metaniveau - op het niveau van maatschappelijke processen en structuren - theorieën die het menselijk handelen centraal stellen en theorieën die de structuur van sociale systemen vooropstellen, te combineren. In Giddens structuratietheorie staat de dualiteit van structuur centraal: dit betekent dat de structuur of de institutionele eigenschappen van een sociaal systeem zijn gecreëerd door menselijk handelen, en dat deze institutionele eigenschappen op hun beurt toekomstig handelen vormen (Orlikowski en Robey, 1991). Omdat mensen niet buiten een sociaal systeem om kunnen handelen wordt hun handelen in zekere mate gedetermineerd door de institutionele eigenschappen van het systeem. Wanneer ze gebruik maken van ICT wordt hun handelen dus ook gedetermineerd door de eigenschappen van de technologie. Er bestaat echter een zekere flexibiliteit in het interpreteren van deze eigenschappen.

DeSanctis en Poole (1994) hebben een uitgebreid analyse-instrument gemaakt door de uitwerking van hun Adaptive Structuration Theory (AST). Met dit instrument (zie Figuur 2.2) zijn de verschillen te bestuderen die optreden als organisaties of units 'advanced technologies' (met name decision support systemen) gaan gebruiken. De dualiteit in deze theorie bestaat uit twee soorten structuren. Aan de ene kant zijn er de kenmerken die eigen zijn aan geavanceerde technologieën en waar ontwikkelaars en de 'afnemers van de technologie' op anticiperen: deze eigenschappen worden 'structurele kenmerken' (structural features) genoemd. Anderzijds zijn er de kenmerken die spontaan ontstaan (emerging features) in het gebruik van de technologie door interactie van gebruikers met de technologie: deze structuren worden naar analogie van wetgeving 'in de geest van de technologie' ('spirit') genoemd (DeSanctis en Poole, 1994). Het effect van ICT op teamuitkomsten hangt volgens deze theorie af van de structurerende potentie van de technologie; de wijze van toe-eigening van technologie en andere structuren (zoals werktaken, het interne systeem van het team en de context) door de teamleden; en de vorming van sociale structuren in de tijd.
Bron: A. van Rheede.



Adaptive Structuration Theory is based on Anthony Giddens' structuration theory. This theory is formulated as 'the production and reproduction of the social systems through members' use of rules and resources in interaction'. DeSanctis and Poole adapted Giddens' theory to study the interaction of groups and organizations with information technology, and called it Adaptive Structuration Theory. AST criticizes the technocentric view of technology use and emphasizes the social aspects. Groups and organizations using information technology for their work dynamically create perceptions about the role and utility of the technology, and how it can be applied to their activities. These perceptions can vary widely across groups. These perceptions influence the way how technology is used and hence mediate its impact on group outcomes. more
source: University of Twente

Kennisconsult
Laatst bijgewerkt: 13-12-2018
Thema: *niet toegekend*
Dit begrip is gekoppeld aan de volgende thema(s):
Gerelateerde begrippen:

Verder zoeken naar adaptive structuration theory

Selecteer hieronder het begrip in de taal waarin u verder wil zoeken. Vervolgens verschijnen de beschikbare zoekvragen voor die taal.

     adaptive structuration theory
     adaptive structuration theory
Algemeen
(20)
Literatuur
(28)
Lessen
(9)
Gereedschap
(6)
Multimedia
(21)
De praktijk
(13)
Algemeen
(15)
Literatuur
(18)
Lessen
(7)
Gereedschap
(6)
Multimedia
(17)
De praktijk
(14)

Heeft u opmerkingen/suggesties omtrent dit begrip? Klik hier om deze door te geven.